Het Dieze College werkt samen met de Bossche Vakschool

18 november 2019

“Eerder was het vaak zo dat als een leerling op het speciaal onderwijs zat, hij daar meestal ook bleef.” Dat vertelt István Turi, schoolleider van het Dieze College in Den Bosch (vso/vmbo). “Maar dat betekende ook voor onze leerlingen vmbo-bbl en kbl dat ze van onze school geen diploma konden krijgen, omdat we geen praktijkexamen kunnen aanbieden. Dat zag je ook terug in de motivatie van onze leerlingen. Die gaven aan: “Wat maakt het uit dat ik mijn best doe? Ik krijg toch geen diploma!” Zonder diploma konden ze voorheen alleen een mbo-opleiding doen op het laagste niveau.”

Turi, zelf afkomstig uit het regulier onderwijs, besloot om samenwerking te zoeken met de Bossche Vakschool, een reguliere vmbo-school. “Ik wilde kijken of we onze leerlingen meer konden bieden. Of het mogelijk was om ze een diploma te laten behalen. En of het voor sommige leerlingen zelfs haalbaar zou zijn om terug te keren naar het regulier onderwijs.”

De Bossche Vakschool stond open voor die samenwerking. Turi: “Vorig schooljaar zijn we gestart met 30 leerlingen uit het derde leerjaar. Zij volgden twee dagen per week praktijkvakken bij de Bossche Vakschool en theorievakken bij ons. Het gaat dan om vakken als metaalbewerking, houtbewerking, autotechniek, zorg en welzijn. Tijdens de lessen zijn docenten van het Dieze College aanwezig om te ondersteunen op pedagogisch gebied.


Al met al een win-win-situatie: wij profiteren van de praktijkvakken die de Bossche Vakschool aabiedt, zij van onze pedagogische kennis.” Er wordt vooraf gekeken of een leerling dat traject aankan. Leroy Kersten (16) moest in het begin wel wennen. “Wat een hoop kinderen, dacht ik toen ik daar kwam.”

De Bossche Vakschool telt zo’n 500 leerlingen, terwijl het Dieze College een kleine school is met om en nabij de 120 leerlingen. “Maar dat went wel. De praktijkopdrachten voeren we uit in een klein klasje. Ik heb wel een klik met de leraar; als ik vragen heb of ergens mee zit, dan kan ik bij hem terecht. Dat is heel fijn.”

“Een ander punt is dat de leerlingen daar met de fiets heen moeten,” vult docente Anzera Kazanci aan. “Leerlingen in het speciaal onderwijs komen vaak met een busje of met de taxi. Dat was dus even wennen, voor de leerlingen én voor hun ouders. Met veel oefenen lukte het de leerlingen om met de fiets naar school te gaan. Daardoor groeide hun zelfvertrouwen. In plaats van afhankelijk te zijn van anderen, gaan ze nu zelfstandig naar school. Dat is heel positief.”

Volledig artikel
Het volledige artikel lees je door op het onderstaande item te klikken.

Terug naar het overzicht